Raadslid Enes Yiğit van de Rotterdamse fractie van Denk heeft aan het stadsbestuur de beoordeling gevraagd van een dreigende huisuitzetting van een 28-jarige vrouw, die vorig jaar haar moeder verloor. De woningcorporatie Havensteder wilde haar toen niet bijschrijven op het bestaande huurcontract, omdat een 4-kamerappartement te groot is voor een alleenstaande.

Volgens Denk zijn de huidige regels zo dat een inwonend kind alleen medehuurderschap kan aanvragen als het altijd in de ouderlijke woning heeft gewoond en volgens de Basis Registratie Personen daar ook al die tijd was ingeschreven.

Yiğit laat weten dat de 28-jarige Rotterdamse fulltime als klantenservicemedewerker werkt en altijd een bijdrage geleverd te hebben in de kosten van de woning. Sinds haar moeder er niet meer is, betaalt zij de huur steeds op tijd. Bovendien was mantelzorger voor haar moeder. ‘’Waarom wordt ze dan door Havensteder de woning uitgegooid?’’, vraagt hij.

De woningcorporatie heeft haar wel alternatieven aangeboden. ‘’Maar dat waren woningen die zij niet wegkrijgen, bijvoorbeeld huizen pal naast een seksshop. Of woningen met een scheve vloer’’, aldus raadslid Yiğit die de zaak ook vanuit de menselijke maat beoordeeld wil zien.